Met mascarpone, amaretto en espresso als belangrijkste bestanddelen is de kwalificatie “Italië op zijn best” op dit majestueuze dessert zeker van toepassing. ‘Tiramisù’ is Italiaans voor ‘trek mij omhoog’. Een vreemde benaming, als je bedenkt dat je met een portie voor je neus toch vooral nog even wilt blijven zitten.
Benodigdheden (voor vier personen):
- 500 gram mascarpone
- 100 gram suiker
- 4 eieren
- 1 zakje vanillesuiker
- cacaopoeder
- 1 pak lange vingers
- 400 ml espresso
- 4 eetlepels amaretto
Bereidingswijze:
- Maak twee kopjes (400 ml) espresso en laat deze afkoelen.
- Splits de eieren en klop het eigeel van de 4 eieren met de suiker tot er een mooie gladde crème ontstaat.
- Klop de helft van het eiwit (de andere helft heb je niet nodig) op tot een wit schuim. Meng hier de mascarpone en de vanillesuiker doorheen.
- Meng beide mengsels.
- Voeg de amaretto toe aan de afgekoelde espresso.
- Leg de lange vingers op een bord en giet hier de koffie/amaretto overheen.
- Leg de nu breekbare lange vingers voorzichtig op de bodem van een schaal. Laat net zoveel ruimte tussen de lange vingers dat er steeds nog één tussen zou passen.
- Vul de ruimtes tussen de lange vingers op met het mascarpone mengsel.
- Maak nog een zelfde laag lange vingers/mascarpone en ga hier mee door tot je lange vingers op zijn. Houdt er wel rekening mee dat je genoeg mascarpone mengsel over moet houden voor de bovenste (vingerloze) laag.
- Zet de schaal minstens enkele uren (liefst 8, succes!) in de koelkast.
- Strooi vlak voor het opdienen voorzichtig een laagje cacaopoeder over de tiramisù.
Tip:
Probeer het ook eens met iets anders dan amaretto. Een zachte whisky, cognac, Grand Marnier, Cointreau, of wat er verder nog in de kast staat. Baat het niet…
Buon appetito!