Welke ski moet ik kiezen? Deel I

Soorten ski’s

Er zijn veel verschillende ski’s die je in grote lijnen kunt indelen in ski’s die je op de piste gebruikt, off-piste ski’s en ski’s die je zowel op- als naast de piste kunt gebruiken. Daarnaast zijn er diverse soorten ski’s die bij een bepaalde doelgroep horen. Als beginner kun je bijvoorbeeld niet leren skiën op een raceski voor wedstrijdskiërs. En een vergevorderde skiër zal zich moeten 'inhouden' op een allround ski. Hieronder een overzicht van de diverse ski’s en doelgroepen. De symbolen spreken denk ik wel voor zich (zie ook de legenda onder het beeld), en discussie zal er altijd zijn ;-).

Lees meer over de verschillende soorten ski's die hieronder staan ›

De specificaties van een ski

In welke doelgroep een ski valt hangt af van de specificaties en eigenschappen van de ski’s. Door het begrijpen van deze eigenschappen ben je beter in staat, eventueel samen met een goede verkoper, een ski aan te schaffen die aansluit op jouw wensen. Er zijn drie belangrijke specificaties die het gedrag van een ski bepalen, namelijk de breedte, lengte en stijfheid.

Breedte

Op de achterkant van de ski staat veelal de breedte van de ski uitgedrukt in drie cijfers bijvoorbeeld 127-88-109. Dit betekent dat het breedste punt aan de voorkant 127 mm breed is, onder de voet 88 mm en aan de achterkant 109 mm. Zijn deze cijfers belangrijk? Best wel, deze cijfers bepalen twee dingen: de radius en de gemiddelde breedte.

Radius

De radius is eigenlijk de draaicirkel van de ski en geeft aan hoe lang het duurt voordat een ski zijn kortst mogelijke – volledig gesneden - bocht heeft gemaakt. Om een idee te geven hoe je deze cijfers moet plaatsen een paar voorbeelden. Wedstrijd slalom ski’s – gemaakt voor het maken van snelle korte bochten – hebben een radius van ongeveer 13 meter. Ski’s voor reuzenslalom en Super G wedstrijden hebben een radius van ongeveer 25 tot 35 meter en afdalingski’s – gemaakt om zo snel mogelijk in een rechte lijn naar beneden te gaan - hebben een radius van wel 45 meter. De ski’s die wij, voor gebruik op de pistes, kopen hebben een radius die tussen de 13 en 25 meter ligt. Ski’s die meer voor off-piste gebruikt worden hebben een grotere radius. Gelukkig hoeven we zelf de radius niet te berekenen, deze staat gewoon op de ski vermeld.

Drijfvermogen voor verse sneeuw

Stel de breedte van een ski is 127-88-109 en je vergelijkt deze met een ski met deze cijfers 114-74-102, dan zal het duidelijk zijn dat de laatstgenoemde ski, bij dezelfde lengte, minder oppervlakte heeft. Dit betekent dat de deze ski minder drijfvermogen heeft, sneller zal wegzakken en minder gemakkelijk draait in een diepe laag verse sneeuw.

Samengevat:

• Een groot verschil in de breedte van de voor- en achterkant ten opzichte van de breedte onder de voet creëert een korte radius, waardoor je korte bochten kunt carven.
• Een smalle ski wisselt sneller van kant naar kant dan een bredere ski. Een smallere ski voelt op de piste levendiger aan.
• Een brede ski heeft een grotere oppervlakte op de sneeuw dan een smalle ski. Hierdoor blijft hij beter ‘drijven’ op een laag verse sneeuw, maar ook op slushy voorjaarssneeuw op de piste, en heeft daarom een groter draaigemak onder deze omstandigheden.
• Een smalle ski heeft meer grip op harde ijzige pistes.

Lees ook deel II van dit weblog welke ski moet ik kiezen waarin ik de lengte en stijfheid van de ski toelicht.

Meer informatie over ski's

Ski's huren of kopen? ›
Tips voor ski onderhoud ›
De beste tijd om nieuwe ski's te kopen ›

Richard is bootfitter en materiaalfreak.