Net als in het verkeer, gelden er ook bepaalde regels op de pistes. De FIS, Fédération Internationale de Ski, heeft om orde en duidelijkheid te scheppen, 10 pisteregels opgesteld. Iedere skiër en snowboarder dient zich aan deze regels te houden. Sterker nog, als blijkt uit onderzoek na een ski ongeval dat de veroorzaker van het ongeval zich niet aan de FIS pisteregels heeft gehouden, kan hij of zij strafrechtelijk worden vervolgd.
FIS: Fédération Internationale de Ski
Tijdens de eerste Olympische Winterspelen in 1924, is de FIS opgericht in Chamonix Mont-Blanc, Frankrijk. De FIS, ook wel het internationale skiverbond, is de internationaal overkoepelende sportbond voor alpine en noordse skisporten en verantwoordelijk voor de organisatie van de meeste wereldbekers en wereldkampioenschappen voor die sporten. Denk aan alpineskiën, cross-country skiën, skispringen, noordse combinatie, freestyle skiën en snowboarden, maar ook voor de minder typische wintersporten gras- en rolskiën. Voor het recreatieve skiën en snowboarden zijn de FIS pisteregels wereldwijd beschouwd als de wetten voor het gedrag op de piste.
De 10 FIS pisteregels
Hieronder de 10 FIS pisteregels:
- Respecteer anderen: een skiër of snowboarder moet zich zo gedragen, dat hij of zij anderen en zichzelf niet in gevaar brengt of schade aanbrengt.
- Houd controle over de snelheid en de ski’s of het snowboard: een skiër of snowboarder moet zich gecontroleerd kunnen bewegen. Hij moet zijn manier van skiën of snowboarden aanpassen aan zijn persoonlijke vermogen en de heersende omstandigheden van het terrein, weer en overige pistegebruikers.
- Keuze van de route: de skiër of snowboarder die van boven/achteren komt, moet zijn route op zo’n manier aanpassen dat hij de overige pistegebruikers voor/onder hem niet hindert of in gevaar brengt.
- Inhalen: inhalen is toegestaan van boven, onder, links en rechts op voorwaarde dat er voldoende ruimte gelaten wordt om een verwachte of onverwachte beweging te maken.
- De piste betreden, beginnen en naar boven bewegen: een skiër of snowboarder die een gemarkeerde piste betreedt, weer vertrekt na gestopt te zijn of zich naar boven beweegt, moet eerst omhoog en omlaag over de piste kijken zodat hij dit kan doen zonder zichzelf of anderen in gevaar te brengen.
- Stoppen op de piste: tenzij absoluut noodzakelijk, moet een skiër of snowboarder voorkomen dat hij stopt op een smalle piste of onoverzichtelijke plaats. In het geval van een val op zo’n plaats moet de skiër of snowboarder de piste zo snel mogelijk vrijmaken.
- Klimmen of afdalen te voet: een skiër of snowboarder die te voet aan het klimmen of afdalen is, moet dit doen aan de zijkant van de piste.
- Respecteer borden en markeringen: een skiër of snowboarder moet de borden en markeringen respecteren.
- Hulp bieden: in het geval van een ongeluk, is iedere skiër en snowboarder verplicht hulp te verlenen.
- Identificatie: iedere skiër, snowboarder en getuige is verplicht, ongeacht verantwoordelijkheid, zijn of haar persoons- en contactgegevens uit te wisselen na een ongeluk.
In de praktijk
Wanneer je aan het skiën of snowboarden bent, ga dan bij je zelf na of je direct zou kunnen stoppen wanneer er zich een onverwachtse situatie voordoet. Houd hierbij rekening met de hoeveelheid mensen op de piste, het zicht en of de piste bijvoorbeeld ijzig of heuvelachtig is. Dit betekent dat jij de “baas” moet zijn over je materiaal. Jij moet zelf kunnen bepalen wat er gebeurt. Wanneer dit het geval is bepaal jij de route en kun je ervoor zorgen dat je de mensen onder of voor je ruim kunt ontwijken. Houd hierbij als regel dat wanneer iemand anders van jou schrikt je te dicht bij bent genaderd.
Doe geen onverwachte dingen en denk ook niet dat het 'wel even kan'
Kijk tijdens het skiën of snowboarden goed om je heen en neem in je op wat er gebeurt. Kom je op een nieuwe piste? Kruis je een piste? Vertrek je na te hebben gestopt? Ben je omhoog of omlaag aan het lopen? Houd er dan extra rekening mee dat de overige pistegebruikers niet jouw gedachten kunnen lezen en niet verwachten dat zij jou op hun pad tegen kunnen komen. Er zijn borden en afzettingen waarvan duidelijk te zien is waarvoor ze bedoelt zijn, maar er zijn ook afzettingen waar je makkelijk even onder door kunt, toch? Ga er hier niet van uit en neem een andere route! Zo worden er soms pistes afgezet in verband met lawinegevaar. De piste lijkt dan mooi geprepareerd en dus heerlijk om te skiën of snowboarden maar is des te gevaarlijk.
Hulp aanbieden
Stop altijd even als je het vermoeden hebt dat iemand hulp kan gebruiken. Wees niet bang dat er van je verwacht wordt dat je medische handelingen moet verrichten. Heeft iemand hulp nodig, laat iemand dan niet alleen en vraag iemand anders naar de dichtstbijzijnde lift te gaan en om hulp te vragen of om het noodnummer te bellen. Binnen enkele minuten zal er een dokter komen en het van je overnemen. De kans dat er vervolgens om je legitimatie wordt gevraagd is aannemelijk. Zeker in het geval van letsel. Zorg er dus voor dat je je kunt legitimeren.
Wat je zelf nog kunt doen
De FIS pisteregels horen eigenlijk voor iedere wintersporter vanzelfsprekend te zijn. Ga je op wintersport, lees ze van tevoren altijd nog even goed door. Let goed op jezelf en op anderen en blijf logisch nadenken. Verbeter je controle en plezier tijdens het wintersporten door les te volgen. Denk als ervaren skiër of snowboarder niet dat je alles al kunt en dat je maximale controle hebt over je materiaal, het kan altijd beter/veiliger. Ook goed onderhouden materiaal zorgt voor meer controle. Laat dus regelmatig je ski’s en snowboard slijpen en waxen. Besef dat je op vakantie bent en ga niet overhaast de piste af alsof je op tijd op je werk moet komen. Wacht even een paar seconden en de piste zal ineens een stuk leger zijn. Voorkom dat je op pistes komt die eigenlijk te moeilijk zijn. Bestudeer de pistekaart en bij twijfel kun je altijd over de pistecondities informeren bij de liftstations.