Na zes weken heb ik nagenoeg alle commerciële skigebieden bezocht. Maar de roadtrip is na Cardrona nog niet ten einde, want hoewel ik voorafgaand niet van het bestaan wist ga ik een ‘clubfield’ bezoeken in Arthur’s Pass, een bergketen tussen Christchurch en Greymouth. Want, zo vertellen de kiwi’s mij: ‘Als je geen clubbie hebt bezocht, heb je niet in Nieuw-Zeeland geskied.’
Route naar Broken River
Terwijl de zon opkomt, word ik opgewacht bij de afslag het bos in door Claire, haar man Jim en hun buurman Tom. De kettingen gaan om en Tom begeleidt mij omhoog. Ik ben blij met zijn assistentie, want de weg is ijzig en flink uitgeslepen. Het spannendste is dat ik juist gas moet blijven geven in plaats van remmen. Helaas werkt de ouderwetse tram niet en moeten we een klein half uur omhoog hiken naar de kaartverkoop.
Terwijl het zweet inmiddels langs mijn gezicht druipt, krijg ik een klimharnas om waarmee ik me later aan de lift zal moeten klikken. Na nog een hike zijn we bij de lodge waar ik slaap. Alles is van hout, oud en schattig. Iedereen slaapt in stapelbedden; familie, jong, oud, samen of alleenreizend. Ik heb een soort kampgevoel.
Wat is een clubfield?
Hoewel ik nog geen bocht geskied heb, voelt Broken River nu al anders dan de commerciële skigebieden die ik eerder heb bezocht. Het is een ‘clubfield’, dat 50 jaar geleden is opgericht door Claire’s vader en zijn vrienden. De leden onderhouden alles gezamenlijk en hebben geen groot commercieel belang, anders dan de club verbeteren. In de zomer brengen ze de meeste spullen eigenhandig naar boven, zonder helikopter maar met de auto en de benenwagen.
Nadat ik mijn spullen op mijn stapelbed heb gelegd, geeft Claire me een les in het gebruik van de ‘nutcrackers’. Dat is een soort klikker dat aan mijn klimharnas zit en ik om een draaiende touwlift moet slaan. Na wat oefenen, lukt het me meteen de eerste keer! In het begin is het best wel eng om met mijn handen zo dicht bij de katrollen te komen, maar al snel raak ik eraan gewend.
Poeder in Nieuw-Zeeland
Hier vind je geen pistebully’s en dus ook geen geprepareerde pistes. Naar veel pistes moet je een stuk omhoog lopen, wat er in ieder geval voor zorgt dat ik het geen van mijn drie skidagen koud heb. De eerste dag brengen Claire en Jim mij naar alle geheimen plekken van het gebied, waar we overgebleven poeder vinden. De andere twee dagen sneeuwt het en geniet ik van de verse sneeuw.
Het 'clubgevoel' op ski's
Op een drukke dag zijn er zo’n driehonderd mensen op de piste, maar tijdens mijn verblijf komt het aantal niet boven de zestig. ’s Middags komt iedereen bij elkaar in de lodge op de piste. Hier ervaar ik het clubgevoel; iedereen heeft zijn eigen lunch mee, deelt deze met elkaar, water thee en koffie is gratis, er zijn tosti-ijzers en magnetrons. Ik ontmoet veel verschillende mensen waarmee ik soms één afdaling maak, en met sommige families ski ik elke dag.
De avond in de lodge op de berg is heel bijzonder. We eten aan lange tafels, er is geen WiFi en alle kinderen spelen met elkaar. Er zijn hier nagenoeg geen toeristen en als ik op elke uitnodiging in zou gaan zou ik zo nog drie maanden in Nieuw-Zeeland kunnen spenderen.
Puur skiën
Als ik ’s ochtends wakker word en aan de ontbijttafel zit, wijst een van de kleine meisjes naar buiten. ‘Kijk’, zegt ze en ze wijst naar het raam. Een deken van oranje en rood komt boven de bergen uit. Ik besef dat ik nog nooit op zo’n pure plek als dit heb geskied. Het voelt alsof iedereen hier gelijkgestemd is. Als je voor luxe gaat, moet je hier niet naartoe. Als je van avontuur houdt en het echte skiën in Nieuw-Zeeland wil meemaken, ga je naar Broken River!
Terwijl Nederland geniet van de zomer maakt Lisa een ski roadtrip door Nieuw-Zeeland . Geniet mee, koel af en krijg je nodige portie wintersport tijdens de zesde stop: Broken River.