Nieuwe ski’s kopen klinkt makkelijker dan het is. Wanneer je je in de wereld van ski’s verdiept struikel je al snel over termen en woorden waar je nog nooit van hebt gehoord. Ski jargon maakt het moeilijk om te bepalen of een ski wel of niet bij je past. In dit weblog leggen we 10 woorden die je waarschijnlijk niet kent haarfijn uit. Zo kan jij straks optimaal voorbereid overgaan tot het kopen van je nieuwe ski’s.
#1. Wat is flex?
Alles flex? Nee, de verkoper zal op deze manier niet aan je vragen hoe het gaat. Flex heeft te maken met hoe stijf een ski is in de lengte richting. Hoe buigzamer de ski is, hoe lager de flex en de stijfheid. Beginnende skiërs hebben baat bij een makkelijk te sturen, flexibele ski en dus een lage flex. Ski’s met een hogere flex blijven ook op hoge snelheid stabiel.
#2. Wat is torsiestijfheid?
Torsiestijfheid is de stijfheid in de breedte. Een ski met een hoge torsiestijfheid biedt meer kantengrip op steile, harde pistes. Een (torsie)stijve ski vraagt om meer techniek en moet met meer kracht geskied worden. Een soepele ski is vergevingsgezinder.
#3. Wat is sidecut?
De sidecut geeft aan hoe breed de tip (voorkant van de ski), het midden en de tail (einde van de ski) van de ski is. Hoe groter het verschil tussen deze cijfers is, hoe getailleerder de ski en hoe korter de radius is.
#4. Wat is radius?
De radius is de draaicirkel van een ski. Het cijfer geeft aan hoe lang het duurt voordat een ski zijn kortst mogelijke, volledig gesneden, bocht heeft gemaakt. Slalom ski’s (voor korte, snelle bochten) hebben een radius rond de 13 meter, ski’s voor de afdaling soms wel 25 tot 35 meter.
#5. Wat is camber?
Een traditionele ski heeft camber. Wanneer je een ski met camber op de grond legt, raken alleen de tip en de tail de vloer. Het gedeelte onder de binding komt dan los van de grond. Een ski met camber is als het ware gebogen en biedt veel grip en wendbaarheid.
#6. Wat is rocker?
Rocker is het tegenovergestelde van camber. Een ski met rocker raakt bij de binding de sneeuw en de tip en de tail komen los van de grond. Rocker zorgt ervoor dat een ski meer drijfvermogen heeft en makkelijk te draaien is. Wel heeft een ski met rocker een lagere kantengrip (in vergelijking met camber), waardoor ze op de piste minder presteren.
#7. Wat is een sandwich constructie?
De kern van een ski is vaak uit lagen opgebouwd. Bij de meest ski’s wordt er gebruik gemaakt van hout of kunststof. Door twee materialen op elkaar te stapelen als een sandwich, krijg je een stijve ski die veel grip biedt. Goedkopere sandwich constructies zijn volledig van kunststof, duurdere van hout en carbon en/of titanium.
#8. Wat zijn sidewalls?
Veel ski’s hebben bovenop de staalkant nog een verticale kant van kunststof. Dit is de sidewall en deze helpt bij de overbrenging van de energie naar de staalkant. Ski’s met een sidewall over de hele lengte bieden veel grip. Ski’s zonder sidewalls (meestal voor beginners), hebben een kap-constructie. Bij een kap-constructie is de ski volledig voorzien van een kap rond de kern.
#9. Wat is rebound?
Rebound is de energie die een ski teruggeeft aan de skiër. Tijdens het draaien van een bocht zet je kracht om de ski te sturen. Aan het einde van de bocht neemt de geleverde kracht af, maar geeft de ski weer een deel van de energie terug voor het inzetten van de volgende bocht. Je wordt als het ware de volgende bocht in gelanceerd. Hoe hoger de rebound, hoe makkelijker je van kant kunt wisselen. En hoe stijver de ski, hoe hoger de rebound.
#10. Wat is belag?
Belag is het glijgedeelte, oftewel de onderkant, van de ski. Het belag moet je waxen voor optimale glijprestaties. Mocht je belag beschadigt raken, dan kun je dit opvullen. Daarnaast is het belangrijk dat je je belag niet laat uitdrogen (wit uitslaan). Door regelmatig te waxen kun je dit voorkomen.