Wintersport is ieder jaar weer een feestje. Het is niet alleen goed voor je, maar ook de ideale gelegenheid om er even uit te zijn en bij te komen tijdens een week vol gezelligheid met vrienden en familie. Wat is er beter dan samen op de pistes staan, te genieten van de lekkerste specialiteiten uit de Alpen en weer eens ouderwets spelletjes te spelen? Maar waar komt onze favoriete bezigheid eigenlijk vandaan? En hoe is het ontstaan? In dit blog zetten we zes dingen op een rij die je misschien nog niet wist over wintersport.
Vandaag de dag is skiën onze favoriete bezigheid om de winter mee door te komen. Naast dat we graag in de sneeuw staan, vinden we het ook heerlijk om te genieten van gezelligheid en een drankje en dansje tijdens de après-ski. Maar wist jij dat skiën eigenlijk is ontstaan in Scandinavië? Je zou het niet verwachten, maar toch is het zo! Hier zijn ski's gevonden waarvan men denkt dat ze tussen de 2500 en 5000 jaar oud zijn. Duizenden jaren geleden werden ski’s gebruikt om je door de sneeuw te kunnen voortbewegen. Verkenners werden tijdens de oorlog op ski's eropuit gestuurd om de vijand te bespioneren. Het was in die tijd een belangrijk vervoersmiddel voor de Noren. Dit is dan ook meteen de definitie van skiën. Ski’s werden in die tijd nog niet van aluminium of carbon gemaakt zoals dit nu wel het geval is. Het skiën zoals we dat vandaag de dag kennen, vindt zijn oorsprong in 1850, toen de Noor Sondre Norheim de stijve skibindingen uitvond.
Pas rond het jaar 1850 werd skiën echt een sport dankzij meneer Norheim uit Noorwegen. Hij ontdekte dat het makkelijker en tevens veiliger was als je voeten helemaal vastzaten op de ski’s. Eerst waren dat namelijk alleen je tenen. Vervolgens maakte de sport in de 19e eeuw een stormachtige ontwikkeling mee en werden in 1840 de eerste skiwedstrijden georganiseerd. Hierdoor verspreidde de sport zich ook onder andere naar Europa en Amerika. Vervolgens vond in 1868 de eerste nationale competitie in Noorwegen plaats en in 1922 volgde de eerste slalomcompetitie in Zwitserland. Inmiddels heeft de sport zich alleen maar verder ontwikkeld, zowel qua wedstrijdsport als qua omvang.
Sinds de eerste Olympische Winterspelen van 1924 wordt er gestreden voor medailles binnen de skisport. Destijds werden deze georganiseerd in het Franse Chamonix. Dat jaar stonden er 16 onderdelen op het programma, verdeeld over 6 verschillende wintersporten. 3 onderdelen hiervan waren onderdeel van de skisport: langlaufen, schansspringen en Noordse combinatie. Ter vergelijking zijn dat er nu 7 met 102 verschillende onderdelen. Oostenrijk is over alle jaren het meest succesvol geweest op het onderdeel alpineskiën. In totaal hebben zij 121 plakken verzameld. Zwitserland is tweede op gepaste afstand, zij hebben er 66. De Verenigde Staten staat derde in dit rijtje met 47 medailles. Frankrijk mag dan in totaal wel 48 medailles hebben gehaald, zij hebben 'slechts' 15 gouden medailles veroverd en de Verenigde Staten 17.
Skiën is iets wat voor iedereen toegankelijk moet zijn. Gelukkig is dat ook het geval, dus ook met een lichamelijke beperking kun je genieten van de witte pistes. Zo kunnen mensen die niet zelfstandig op ski's kunnen staan, gebruik maken van zitski's. Die hebben iets weg van een slee: het is een soort kuip die op één of twee ski's is gemonteerd zodat je zitpositie hoger is. Je zit vast met gordels die kruislings over je schouders gaan en een gordel om je middel. Je voeten zitten vast met een kliksysteem vlak bij je voetsteun. Maar ook als je een been mist, kun je skiën. Je kunt dan een zitski gebruiken, maar ook skiën op één ski behoort tot de mogelijkheden. Dan gebruik je twee krukkenski's, een soort skistokken met korte skietjes eronder, om je evenwicht te behouden. Ook blinde en slechtziende mensen kunnen skiën met behulp van een gids of begeleider die voor hen uit skiet. Zo hebben ze een richtpunt en weten ze welke kant ze op moeten. Meer lezen over aangepaste wintersport? Check dan ons blog over zitskiën >
Skigebieden zijn er in allerlei soorten en maten. Van een klein, maar fijn gebiedje waar families en kinderen zich helemaal thuis voelen, tot een enorm aaneengesloten gebied waar kilometervreters hun hart kunnen ophalen. Toch kan er maar eentje de grootste zijn en dat is het Franse Les Trois Vallées, met onder andere de populaire dorpen Val Thorens, Les Menuires en Méribel. Dit gebied telt in totaal 600 kilometer aan pistes, meer dan genoeg om je een week lang te vermaken. Want wat is er nu leuker dan urenlange tochten skiën met de zon op je gezicht. Maar waar een grootste van is, is ook een kleinste van. Het kleinste skigebied vond je tot een paar jaar geleden in het Duitse Remscheid: skigebied Hohenhagen. Dit gebied bestond uit precies één lift en één piste van 100 meter. Per uur bracht de touwlift zo'n 500 mensen naar boven voor een afdaling. Helaas bestaat dit gebied al een tijdje niet meer. Het nieuwe kleinste skigebied is nog niet gevonden, maar kanshebbers zijn het Italiaanse Oga met twee sleepliften of skigebied Thiersee in Oostenrijk, met twee liften en een oefenlift.
Dat je over de hele wereld kunt skiën, is geen verrassing meer. Je kunt in meer dan 60 landen en 3000 skigebieden genieten van de pistes. Toch gaan Nederlanders elk jaar massaal naar Oostenrijk. Elke winter is het weer feest in dorpen als Gerlos, Westendorf en Sölden. Maar wist je dat Oostenrijk 'maar' 275 skigebieden telt? Daarmee staat het land op een derde plek achter verrassingen als de Verenigde Staten en Japan. De Verenigde Staten staat op de eerste plek met 428 skigebieden en Japan volgt met 305. Even voor het beeld: het land dat op nummer 10 staat in het rijtje 'Landen met de meeste skigebieden ter wereld', is Zweden met 105 gebieden...
Lucas is een groot liefhebber van bergen. In de winter komt hij graag in de Oostenrijkse bergen om te skiën en te genieten van de mooie landschappen. Daarnaast geniet hij enorm van de gezelligheid. En wat er op het menu staat tijdens de lunch? Schnitzels natuurlijk!
