Wil jij beter leren skiën? Vaak zijn het de kleine details die een groot verschil kunnen maken. In deze video geeft Jasper je vijf simpele tips om beter te skiën. Tips die je de volgende keer gelijk op de piste kunt toepassen! Oefen ze goed, dan zul je merken dat je al snel een stuk fijner de piste af komt. Neem lessen en ga nog beter skiën.
1. Kijk voor je
Het klinkt simpel, maar veel skiërs zijn geneigd om naar de sneeuw te kijken die zich vlak voor hun ski’s bevindt. Wanneer je voor je kijkt, kun je anticiperen op wat er komt. Je kunt op tijd je snelheid aanpassen of van richting veranderen. Kijk dus tijdens het skiën richting het dal, in de richting waar je heen wilt skiën.
2. Houd je armen voor je bovenlichaam en niet te smal
Wanneer je armen naast je bovenbenen hangen, ben je eerder geneigd om achterover te leunen. Houd je armen voor je om beter boven je voeten te gaan staan. Daarnaast kun je alleen een goede stokinzet maken, wanneer je armen zich voor je bovenlichaam bevinden. Door je armen breder te houden dan je schouders, sta je stevig op je ski’s. Dat kun je vergelijken met wanneer je op één been gaat staan. Net als met skiën wil je op dat moment je evenwicht bewaren en zul je je armen naar buiten houden.
3. Sta op je hele voet
Veel skiërs zijn geneigd om naar achter te leunen. Hierdoor controleer je niet de hele ski en kost het draaien van de bochten veel meer kracht dan nodig. Probeer tijdens het skiën op je hele voet te staan. Je wilt voelen dat je zowel op je tenen als op je hakken staat.
4. Maak de bochten af
Zodra je voelt dat je te snel gaat, ski je niet meer lekker. Door de onzekerheid ben je geneigd om naar achter te gaan leunen en kost het skiën meer kracht. Voorkom dat je te snel gaat door alle bochten af te maken. Dat doe je door aan het einde van de bocht je ski’s een beetje richting de berg te laten draaien. Omdat ski’s niet de berg op kunnen skiën, remmen ze langzaam af en kun je op een gecontroleerd tempo de volgende bocht maken. Het resultaat is dat je niet na tien bochten moet stoppen omdat je bovenbenen verzuurd zijn of omdat je de controle kwijt bent.
5. Sluit je skischoenen goed
Sluit je skischoenen goed. Alleen met skischoenen die goed om je voet sluiten, kun je de ski’s controleren. Zorg er in eerste instantie voor dat je skischoenen aansluiten bij je voeten, dus koop de juiste maat schoenen. Vervolgens doe je, voordat je begint met skiën, je skischoenen goed dicht. Zonder dat je knel- of drukpunten krijgt! Door de beweging zullen je skischoenen in de loop van de dag losser gaan zitten. Controleer de hele dag door of je skischoenen nog goed vast zitten en doe ze zo nodig strakker. Gebruik hiervoor niet alleen de schallen, maar ook het klittenband aan de bovenkant van de skischoen.