Skip to navigation Skip to main content

12 redenen waarom je geen skileraar zou moeten worden

Skileraar worden. Wie wil dat nou niet? Ik wel. Om te beginnen moet je een opleiding volgen. Gelukkig maar, want hierin leer je de logische opbouw van skiles. Je leert kijken naar fouten, hoe je die kunt corrigeren en je leert zelf beter skiën. Vervolgens kun je aan de slag. Ik geniet volop van alle weken in de sneeuw, maar er zitten natuurlijk ook echt nadelen aan vast. Genoeg leraren om me heen hoor ik mopperen; moe, pijntje hier, irritatie daar etcetera. Het lijkt helemaal geweldig... Vorige week zette ik de voordelen van skileraar zijn voor je op een rijtje, vandaag zijn dat de nadelen.

#1. Altijd moe

Je bent de hele dag fysiek bezig en dat eist zijn tol. Of je hebt een groepje dat lekker doorskiet en dan kan je zelf lekker skiën, of je hebt een beginnend groepje en dan ben je veel bezig met optillen en omhoog lopen. Hoe dan ook, je lichaam wordt aan het werk gezet. Dag in, dag uit, week in, week uit. Dat is best slopend.

#2. Echt altijd moe

De hele week ben je met een groepje kinderen op pad. Je groeit toe naar het hoogtepunt van de week. De skirace, prijsuitreiking en ook het lekker doorraggen met een klein, uitgedund groepje. Aan het eind van de week komt de adrenaline vrij. Maar na één vrije dag staat het volgende clubje kids al weer voor je klaar. Je begint weer bij nul en bent weer de hele week op pad op weg naar dat hoogtepunt. Mentaal is dat best een uitputtingsslag. Zeker als je het hele seizoen les geeft.

#3. Echt ontzettend moe

Dan heb je ook nog skileraren die vooral komen om te feesten. Overdag de skiles. Aansluitend de après-ski en dat meerdere (zo niet alle) dagen per week. Geen wonder dat deze leraren ’s ochtends eigenlijk liever niet hun bed uitkomen.

#4. Altijd skileraar

Heb je het rode skileraarpak aan, dan ben je echt de ski-juf of meester. Dat geeft aanzien, maar ook plichten. Je kan niet zo maar off piste gaan skiën en je wilt natuurlijk al helemaal niet vallen. Soms wil je (net als iedereen) een schansje pakken of een paadje door het bos nemen. Maar je moet echt extra oppassen dat je niet valt. Het staat behoorlijk slordig.

#5. Kleine ettertjes

Het is een baan met kinderen. De hele dag op pad met zo'n groep schattige opdonders. Je moet ze in de smiezen houden, want in al die drukte mag je er niet één verliezen. Ze zeuren de hele dag aan je hoofd. Juf; mag ik nu voor? Juf; ik moet plassen. Juf; wat gaan we doen? En daar ben jij verantwoordelijk voor. Met engelengeduld zorgen dat iedereen een leuke vakantie heeft. Het is niet altijd makkelijk.

#6. Geen vakantie, maar werk

Het wordt niet gezien als een echte baan. Het lijkt eerder een betaalde vakantie. Deels is het dat ook, maar deels moet je toch echt je best ervoor doen. Velen denken dat je alleen maar skiles geeft om te kunnen feesten. Die mensen zijn er natuurlijk ook. Maar het blijft een baan waarbij je de baas van de skischool en je collega’s tevreden en te vriend moet houden.

#7. Seizoensjob

Net als je er helemaal in zit is het seizoen alweer voorbij en moet je op zoek naar iets anders. En dan is het ook nog een seizoensbaan die niet echt goed betaald wordt. Kom je net van school dan lijkt het salaris nog heel wat, maar met een paar weken tussendoor waarin je misschien geen gasten hebt, valt het totaal toch tegen.

#8. Slechte zonnebank

Je krijgt een bruin hoofd, maar laten we eerlijk zijn. Het ziet er niet uit. Bruine wangen en kin en een volledig wit voorhoofd en witte ogen. Nee, dan beter helemaal bleek.

#9. Weer of geen weer

Frisse buitenlucht, elke dag, de hele dag, valt niet altijd mee. Als het goed weer, met een fijne temperatuur en een zonnetje is, is het genieten. Maar net zo vaak is er dichte mist, regen en Siberische kou. Zie dan de weg nog maar eens te vinden! Het is geen pretje als je met je clubje beginners per ongeluk op de steile stukken van de piste belandt. De kinderen klagen vervolgens steen en been als ze het afleggen van de kou. Terwijl jij zelf ook bevriest moet je dan nog wel de sfeer erin zien te houden.

#10. Slecht dieet

Elke dag krijg je patat met worst, gebakken aardappelen met kipnuggets, vissticks met friets en jawel, ook een keertje spaghetti bolognese. Je eet het makkelijk weg met alle lichaamsbeweging die je krijgt. Maar na een paar weken snak je naar een lekkere salade of een bruine boterham met pindakaas.

#11 Altijd maar skiën

Elke dag moet je skiën en het is fantastisch, maar écht, op een gegeven moment wil je gewoon even iets anders. Fietsen, wandelen of een boek op een terras. Hoe geweldig je het skiën ook vindt, soms is het dat niet. En dat is heel gek om mee te maken!

#12 Werken op de perfecte dag

Je hebt een paar perfecte dagen per seizoen. Zo’n dag waarop de sneeuw net gevallen is. Zo’n dag waarop het zonnetje schijnt en iedereen naar buiten wilt om te skiën. Dat zijn de dagen waarom het gaat. Maar ja, die dag moet jij natuurlijk net werken!

12 redenen om nooit skileraar te worden. Of zijn het alleen maar een aantal nadelen aan een verder fantastische baan? Ik ben skileraar en ga volgend jaar zo weer! Ik zou zeggen: probeer het een keer!

Ben jij het eens met deze punten of heb je nog aanvullingen? Laat het ons weten in een reactie!

182 - Winter - Joanne

Over Joanne

Joanne gaat het liefst zo vaak mogelijk naar buiten, de natuur in en het liefst naar de bergen. Qua skiën is ze een laatbloeier, maar ze heeft de 'schade' ruimschoots ingehaald. Inmiddels geeft ze skiles, zodat ze in de winter nog meer in de bergen kan zijn.